Knobbelzwaan (Cygnus olor).

Vertrouwde verschijning in plantsoenen en op meren. Leeft voornamelijk van waterplanten, waar hij met zijn lange hals naar grondelt, maar eet ook gras.
Grootste watervogel, lengte 140-160 cm, spanwijdte tot 2,40 m. Met 10-12 kg behoort de knobbelzwaan tot de zwaarste vliegende dieren. Knobbelzwaan is wit met oranjerode snavel.
Kop en hals hebben lichtgele schijn. Blote huid aan snavelwortel en oog is zwart. Voorhoofdsknobbel bij man heel opvallend, poten zijn zwart, ruglijn sterk gebogen, 26 halswervels.
Mannetje en vrouwtje bijna hetzelfde. Man iets forser en in de lente zwelt zijn knobbel aan en de snavel wordt roder.
Gestoorde knobbelzwaan maakt sissend of knorrend geluid.
Kuikens zijn grijs of wit (naar gelang van de bloedlijn, kunnen zelfs verschillen in zelfde nest). Grijze zijn na 2 jaar ook wit.