top of page
home.jpg

Reuzenzwam

Reuzenzwam (Meripilus giganteus)

Vruchtlichaam éénjarig, bestaande uit een meervoudige toef van naast en boven elkaar staande, waaier- tot half cirkelvormige hoeden, Ø 20-80 cm. Hoed 10-30 cm breed, 1-3 cm dik. Bovenzijde golvend, concentrisch gezoneerd, viltig, geel tot donkerroodbruin, vanuit een knol ontspringend, met een scherpe, golvende, gekerfde, wittige tot zwarte rand.
Buisjes tot 10 mm lang, wittig-crème. Poriën 3-5 per mm, wit tot crème, bij aanraking bruinzwart verkleurend. Vlees vezelig, zacht, wittig-crème. Geur zwamachtig.
Sporeekleur wit.
Parasitair.
Aan de voet en, schijnbaar op de grond, op de wortels van oude, levende loofbomen (beuk, eik, linde, iep, berk, plataan, appel).
Algemeen voorkomend in zomer en herfst.

bottom of page