Ouessantschaap is genoemd naar het eiland Ouessant voor de kust van Bretagne.

Door het barre klimaat (weinig of geen bomen en dus beschutting en veel wind en regen) en de schrale gronden is het Ouessantschaap een van de kleinste schapenrassen (zo niet het kleinste) ter wereld. De schouderhoogte +/- 45 cm, rammen maximaal 20 kg. Om dezelfde redenen werpen de ooien doorgaans maar 1 jong per keer. De rammen hebben relatief grote, gedraaide hoorns.
De Fransen beschouwen de zwarte, witte en bruine kleur als oorspronkelijke kleuren.
In verhouding tot het lichaamsgewicht heeft het Ouessantschaap in vergelijking met andere schapenrassen een grote wolopbrengst.
Het ras wordt gered door grootgrondbezitters en edelen op het vasteland die het vanaf de 19de eeuw begonnen te gebruiken als jachtwild, als verfraaiing van hun domein en als goedkope oplossing voor het onderhoud van het grasveld.
Tegenwoordig wordt het vooral als 'sierschaap' gehouden door hobbyisten.