top of page
home.jpg

Texelaar

Texelaar heeft een vrij gedrongen bouw en een bredere kop dan de Swifter.

Hij heeft geen hoorns. De kop heeft fijn wit haar. Hij heeft sterke lendenen en ronde, gevulde dijen. De bewolling strekt zich uit over de gehele romp tot aan de keel. De voorpoten moeten flink bewold zijn, minimaal tot het midden van de "onderarm" en aan de achterpoten minstens tot het midden van de schenkel. Ook de staart is bewold, bij ooilammeren wordt deze vaak vlak na de geboorte gecoupeerd door middel van bijvoorbeeld een strak elastiek. Dit wordt gedaan opdat later, als het dier zelf moet lammeren, de staart niet in de weg zit.
Ooien wegen 70-80 kg, schofthoogte +/- 68 cm. Rammen bereiken zelfs 90 kg en een schofthoogte van 70 cm. De wolopbrengst bedraagt ongeveer 4 à 5 kg, er wordt 1 keer per jaar in de voorzomer geschoren. Ze lammeren niet gemakkelijk af.
De texelaar is in Nederland het meest voorkomende schapenras. Op het eiland Texel alleen al leven circa 14.000 schapen, ongeveer net zoveel als er mensen op het eiland wonen. In het voorjaar worden daar zo'n 11.000 lammetjes geboren.

bottom of page