Witte dovenetel (Lamium album) is in Europa een algemeen voorkomende, vaste plant.

Vierkante, holle stengel is afstaand behaard, getande bladeren paarsgewijs, aan voet van steel zijn bladeren hartvormig, aan top meer langwerpig. De dovenetel hij brandt niet, sap uit bladeren te gebruiken om pijn van brandnetel te verminderen, 'dooft' als het ware de pijn.
De witte (soms geel aanlopende) bloemen, ontspringen in bovenste deel van de plant kransvormig rondom de plaats waar de bladeren uit de stengel komen, krans bestaat uit 8 of meer lipvormige 2-4 cm grote bloemen met lange, gebogen kroonbuis en 5-tandige kelk.
Bloeitijd april / oktober, plant kan tot 1,5 m hoog worden, maar meestal 30-40 cm.
Zaad heeft een mierenbroodje, waardoor het door mieren verspreid wordt.
De witte dovenetel groeit op een vochtige, voedselrijke bodem.
Waardplant voor rupsen van zwartgevlekte herfstuil, grote beer, koperuil, sigma-uil, agaatvlinder en glidkruidmot.