top of page
home.jpg

Appelvink

Appelvink (Coccothraustes coccothraustes) uit de familie van vinkachtigen (Fringillidae).

In grootste deel van Europese leefgebied is de appelvink een standvogel. Hij leeft in loofbossen en gemende bossen.
Lengte 16,5-18 cm, spanwijdte 29-33 cm, gewicht 46-70 gr.
Kop oranjebruin, zwarte kin keel en teugel, dikke nek met grijze nekband. Kegelvormige snavel metaalachtig donkerblauw in zomer en hoornkleurig in winter, lichtbruine poten. Bovenzijde verenkleed donkerbruin op mantel, lichter op stuit en staart.
Einde staart witte eindband. Onderzijde is rossig bruin.
Arm- en handpennen van lange vleugels hebben witte vlek.
De vlucht is snel en golvend, vliegt tot 200 m hoog.
Voedsel: harde boomzaden, pitten en steenvruchten.
Soms voedt de appelvink zich met rupsen en insecten.
Legsel: 4-5 eieren, aantal en kleur kan sterk verschillen.
De eieren worden 11-13 dagen door het vrouwtje uitgebroed.

bottom of page