top of page
IT_02_Urbino_resort_2023.05.16.18.20.53_003.JPG
IT_02_Urbino_resort_2023.05.16.18.20.53_003.JPG
1/1
Woeste sluipvlieg
Woeste sluipvlieg (Tachina fera/magnicornis) is een van de algemeenste soorten uit de familie sluipvliegen (Tachinidae).
Wordt 9 -16 mm lang, te herkennen aan geeloranje achterlijf met in midden brede, zwarte streep, achterlijfspunt is lichter en tegen borststuk is dunnere zwarte rand aanwezig. Voor het borststuk zit een opvallend, oranjerood en glanzend 'bultje' dat postscutellum heet. De achterzijde van de kop is fijn behaard, de ogen zijn rood van kleur. Borststuk is grijsbruin en over hele lichaam zit een lange, zwarte en borstelige beharing, een kenmerk van veel sluipvliegen. Aan de wilde beharing heeft deze soort zijn naam te danken.
De larve leeft zoals bij alle sluipvliegen van larven van andere insecten. Dit kan bij de sluipvliegen van alles zijn, wantsen, cicaden, rupsen van soorten uit verschillende vlinderfamilies en andere prooien. De vlieg legt de eitjes echter niet, zoals een sluipwesp, ín de rups, maar op de omliggende bladeren. Als de larve uitkomt dringt deze het lichaam van een langslopende rups binnen en eet deze van binnenuit op. Na ongeveer twee weken komt de volwassen vlieg al tevoorschijn. De imago’s zijn te zien van april tot oktober en verzamelen zich langs het water of andere vochtige plaatsen aan het eind van de zomer.
bottom of page