top of page
HOME_1200.JPG
BACK_1200.JPG
home.jpg

Segrijnslak

Segrijnslak (Cornu aspersum) longslak uit de familieHelicidae, wordt ook wel de kleine wijngaardslak genoemd, ter onderscheiding van de grote wijngaardslak (Helix pomatia).

Komt voor in 2 morfotypen de kleine segrijnslak (Cornu aspersum aspersa) petit gris; en de grote segrijnslak (Cornu aspersum maxima) gros gris.
Het duidelijkste kenmerk van de grote segrijnslak is echter de zwartgekleurde mantel, welke zich duidelijk onderscheid van de lichtgekleurde mantel van de kleine Segrijnslak.
De schelp is bol-kegelvormig, meestal iets breder dan hoog, met tamelijk stompe top en tot ongeveer 5 snel in grootte toenemende windingen. De laatste omgang is opgeblazen en is iets scheef naar onderen uitgetrokken.
De schelp heeft een onregelmatig oppervlak en is onregelmatig en grof gestreept in de richting van de groeilijnen. De schelp van het volwassen dier is 35 bij 40 millimeter.
De totale lengte van het lichaam tijdens het kruipen is maximaal 6 cm. De kleur is licht- tot donkergrijs, soms groenachtig en niet gevlekt.

bottom of page